Een echtpaar koopt in 2023 een kantoorpand met een woon- en/of werkbestemming. Zij betalen bij de levering 10,4% overdrachtsbelasting (OVB), waartegen zij bezwaar maken. Het echtpaar meent namelijk dat zij een woning hebben aangekocht die zij als hoofdverblijf gaan bewonen. Daarop is het verlaagde OVB-tarief van 2% van toepassing. De inspecteur heeft het bezwaar terecht afgewezen, oordeelt Rechtbank Noord-Nederland. De onroerende zaak is als kantoorpand gebouwd en had die bestemming nog op het moment van de verkrijging. De geschiktheid van de onroerende zaak om als woning te dienen is hierbij niet beslissend.

Toch geen laag tarief overdrachtsbelasting
door
Tags: